Interview met CEO Bernhard Sommer
“Vertrouwen is een zorg voor onze hele industrie.”
“Ik had destijds totaal niet bedacht om Somfy en het Zwarte Woud te verlaten. Maar in 2013 kwam de kans voorbij om een geweldige uitdaging bij SimonsVoss aan te gaan. Inmiddels woon ik al weer 7 jaar in München vlakbij ons kantoor. Het is een fijne stad en met SimonsVoss ben ik zo’n beetje vergroeid. We hebben een vriendelijke no-nonsense cultuur met open deuren en een minimaal verloop van medewerkers. In zo’n omgeving leer je elkaar door en door kennen. Veel collega’s werken hier al vanaf het eerste uur. Dat zegt een hoop. En als sportliefhebber zit ik hier binnen no-time in de natuur met meren en bergen.”
Mensen verlaten geen bedrijven, mensen verlaten hun baas.
Van de hi-tech zo de natuur in. Wat heeft je voorkeur?
“Ik heb ze beide nodig. Ik hou van technologie, het bepaalt een belangrijk deel van mijn leven. Buiten sporten is fantastisch om te ontspannen. Maar het gaat mij vooral om de mensen om mij heen. Mensen laten groeien is mijn belangrijkste drijfveer. Dat begint met vertrouwen. Kom bij mij niet aan met politiek gedoe. Wees eerlijk en doe wat je zegt.
Uiteindelijk moet het allemaal wel gebeuren, de lat ligt hoog bij ons. Dat betekent ook dat als dingen niet lukken, je dat uit moet leggen. Ook dat vereist onderling vertrouwen en een hoge mate van samenwerking. We zien dat heel concreet terug in de lange relaties met onze klanten en partners. Uiteindelijk wordt je behandeld zoals je anderen behandelt. Ik ben diep overtuigd van deze principes.”
Soms zie je die startup-geest van weleer weer even terug.
Mensen werken al vanaf de start bij jullie. Zijn life-time jobs niet iets uit het verleden?
“Onzin. De mobiliteit is wel groter dan vroeger, maar mensen verlaten meestal geen bedrijven, mensen verlaten hun baas. Vaak is er dan wat mis in de manier van leiding geven aan mensen, aan de organisatie. En dikwijls is dat een gebrek aan vertrouwen en kansen geven. Dat kennen we niet bij ons. Ik denk dat wij echt volledig kunnen rekenen op onze transparante cultuur. We nemen commentaar van onze mensen en onze klanten serieus.”
Spreek je klanten persoonlijk over wat hen bezig houdt?
“Ik spreek regelmatig met eindgebruikers van onze systemen en met onze channel partners. We kijken terug, bespreken hun plannen en onze innovaties. We hebben hun feedback nodig. Dat gaat ook over onze processen. We willen verder digitaliseren en vol inzicht geven in zaken als workflows en orderstatus. Onze kwaliteitsniveau’s zijn subliem en dat laten we graag zien. Als het transparanter is, kunnen zij hun project efficiënter plannen. Dat is het hele punt.”
Foto Bauelemente
Bernhard Sommer
Bernhard Sommer (55) is geboren en getogen in het Zwarte Woud. Na zijn studie economie en techniek in Freiburg en Leicester (Engeland) werkte hij ruim 20 jaar in verschillende commercieel- en general management-rollen voor de Franse technologiereus Somfy. Bernhard leidt sinds 2013 als CEO SimonsVoss en begeleide in 2015 de overname door Allegion. Sinds 2019 leidt hij tevens Interflex, eveneens een onderdeel van Allegion. In zijn vrije tijd is Bernhard triathleet, zeiler en sportvlieger, en volgt hij zijn favoriete voetbalclub SC Freiburg.
Focus op kwaliteit, dat kan ook juist wringen met snelheid.
“Inderdaad. Maar dat zit hem meer in de innovaties, die vragen vaak wat meer tijd. Er is bij ons heel weinig ruimte voor concessies. We leveren onze oplossingen aan organisaties met het hoogst denkbare veiligheidsniveau. We beloven onze klanten bovendien dat onze producten altijd compatibel blijven met nieuwe productgeneraties.
Maar met zo’n belofte halen we natuurlijk wel wat op onze hals. Het maakt je productontwikkeling complex, zeker met de hoge kwaliteitseisen die we daaraan stellen.
We ontwikkelen en produceren alles hier in Duitsland, lokaal. Dat is niet de goedkoopste plek, maar we zijn ervan overtuigd dat we hier de juiste mensen hebben. We hebben korte levertijden, alle leveranciers zitten dichtbij, er zijn geen taal- of culturele barrières.
Die kwaliteit staat boven alles. Natuurlijk moeten wij ook wel eens een compromis sluiten, maar als we innoveren accepteren we dat het soms wat langer duurt dan gepland. Daar mag je van balen, zeker als verkoper of als klant die het allebei liever gisteren beschikbaar hebben, maar ik vind dat ook wel een charmante kant van ons bedrijf. Soms zie je daarin die startup-geest van weleer weer even terug.”
De oorspronkelijke productiefaciliteit is in 2020 in omvang en capaciteit verdubbeld.
Waar komt deze kijk vandaan? Wie inspireert je?
“Onze visie en strategie zijn teamwork van medewerkers, klanten en partners. Mijn eigen kijk op zaken is daar simpelweg een onderdeel van. We hebben veel goede leiders in huis. Ik ben diep onder de indruk als ik spreek met onze country managers of R&D collega’s. Hun motivatie, hun kennis van de markt en technologie en hoe zij zich met onze onderneming identificeren is fenomenaal. Als je me vraagt wie mij inspireert, dan zijn het toch vooral mijn eigen collega’s.
Onze fabriek is dit jaar in omvang en capaciteit verdubbeld en zelfs daarmee draaien we nu door in de weekenden. Iedereen is super gemotiveerd om onze klanten snel te leveren en we halen er van alles voor uit de kast. Die betrokkenheid en creativiteit, dat geeft een vibe waar niets tegenop kan. Het is een mooie mix van georganiseerd zijn en creatief de boel gewoon regelen als het erop aan komt.
Ook bij Interflex draaien we een goed jaar met onze software en oplossingen. Daar richten we ons vooral op workforce management, beveiliging en tijdplanning. De markten en oplossingen van beide ondernemingen zijn sterk verbonden. Door Covid groeit de vraag naar intelligente toegangscontrole en ruimtebeheer en daar profiteren we beide van.”
Ik vergelijk onze business graag met die van Zwitserse horlogemakers.
“Jullie zijn in 2015 overgenomen door Allegion, een beursgenoteerde multinational met $3 miljard omzet. Dan is het toch gedaan met het kwaliteitsdenken, de betrokkenheid en de startup vibe? Alles voor de marge en aandeelhouderswaarde?
“Dat zou je denken ja. David Petratis, de CEO van Allegion, vroeg me te blijven toen ze ons overnamen. Hij was duidelijk over de deal: jij runt het bedrijf alsof het van jou is. Natuurlijk hebben we te maken met financiële rapportages, compliance en anti-trust, wat logisch en nuttig is, maar niets in het nadeel van onze klanten en medewerkers. En er staat bovendien veel tegenover. We maken nu deel uit van een wereldmarktleider in beveiligingstechnologie met ruim 30 merken en verkoop in 130 landen. De kennisuitwisseling via best practices en integraties met andere oplossingen uit de groep leveren interessante kansen. Diversiteit is daarvoor de sleutel, daar is Allegion op uit.”
Hoe ontwikkelt jullie markt zich?
“Een aantal trends zet stevig door, sommige juíst vanwege Covid-19. De behoefte aan betere, digitale toegangscontrole en beveiliging groeit, organisaties richten zich flexibeler in en we zien steeds meer integraties met touchless toegangssystemen, bezoekersregistratie en ruimtebeheer-applicaties. Ziekenhuizen, verzorgingstehuizen en ook onderwijs hebben speciale bescherming nodig en wij helpen hen daar bij.”
Elkaar een nette business gunnen vind ik een voorwaarde voor een duurzame samenwerking.
Jullie hebben de afgelopen 25 jaar grote invloed gehad op deze industrie. Wat kunnen klanten nog meer van jullie verwachten?
“Ik vergelijk onze business graag met de Zwitserse horlogemakers. We werken doorlopend aan miniaturisatie van mechanica en elektronica. Daarin zijn we koploper en we hebben zelfs onze eigen chips ontwikkeld. We zitten hier in de juiste regio en we hebben de specialisten in huis.
Miniaturisatie is cruciaal omdat de nieuwe generatie technologie beslist niet meer buiten op de wand of de deur zit, maar in een beschermde ruimte daarbinnen. Een deur en een slot hebben vastomlijnde afmetingen en daar moet je het mee doen.
Hoe kleiner wij onze onderdelen maken, hoe meer ruimte we overhouden voor andere belangrijke zaken zoals batterij-levensduur. Ons energiemanagement is niet voor niets een van de beste ter wereld. Dat belang kun je nauwelijks overschatten. Het maakt onze elektronische sluitingen vrijwel onderhoudsvrij. Die betrouwbaarheid is voor onze klanten van grote waarde. Voor onze hele industrie is dat überhaupt een steeds belangrijker thema.”
Staat de betrouwbaarheid ter discussie dan?
“Wij werken in een micro-mechanische en elektronische wereld met stressvolle condities. Deuren hebben naast het intensieve, dagelijkse gebruik te maken met weersinvloeden als vochtigheid, kou, warmte, en met schokken en geweld. Het is een gigantische uitdaging om elektronische sluitingen zo robuust te maken dat ze langer dan tien jaar probleemloos functioneren. Dat is wat klanten van ons verwachten. We zien dat sommige van onze concurrenten daarin falen en ik maak me daar zorgen over. We zijn allemaal gebaat bij vertrouwen in de elektronische oplossingen.
Er is nog een enorme markt van mechanische sluitingen te winnen. We willen die omzetten naar elektronisch. Het minste wat die klanten mogen verwachten, is dat het veiliger en betrouwbaarder is dan hun ouderwetse, mechanische sluiting. Dit is een zorg voor onze hele industrie. We moeten maximaal inzetten op kwaliteit en excellente service.”
Een product kun je misschien nog kopiëren, maar de cultuur van een organisatie niet.
Maximaal? Wat betekent dat?
“Ons kwaliteitsniveau is het hoogste dat je binnen onze industrie kunt vinden. Als je vandaag investeert in ons product, dan weet je zeker dat het over twintig jaar nog steeds goed werkt, dat je nog steeds kunt uitbreiden of vervangen en dat het aansluit op de productgeneraties van dat moment. Dat doet geen concurrent ons na. Twintig procent van onze medewerkers werkt in R&D en engineering, dat is een enorme investering. Samen met excellente service is dat goed voor 20% van onze investeringen.”
Roept niet iedereen wat over excellente service?
“Ja, dus je moet het uitleggen. Service is een breed begrip. Snelle levering en de competenties van onze mensen zijn bijvoorbeeld belangrijk. Maar het allerbelangrijkste voor onze klanten is dat zij die service ook echt voelen. Dat het meer is dan een telefoonnummer of een afdeling.
Dat zit in je cultuur, in de grondhouding van je mensen. Een klant nooit in de kou laten staan. Daar gaan wel heel ver in. Het lijkt abstract, maar het tegendeel is waar. We knokken er iedere dag voor om dit te bewaken, want het is waar we voor staan en bovendien een asset van onschatbare waarde. Een product kun je misschien nog kopiëren, maar de cultuur van een organisatie niet.”
Welke rol spelen jullie channel partners hier in? Zij zijn tenslotte het gezicht voor de eindklant?
“Channel partners zijn voor ons cruciaal. Zij hebben de relatie met de eindgebruikers en als onze service faalt, krijgen zij als eerste de klappen. Maar ze weten hoe wij hierin staan en kunnen dat prima overbrengen richting hun klanten.
Omgekeerd kennen zij hun lokale markt heel goed en ze voegen waarde toe aan onze oplossingen. We versterken elkaar. En we zorgen voor een goed verdienmodel. Elkaar een nette business gunnen vind ik een voorwaarde voor een duurzame samenwerking. Bovendien, als onze partners moeten sappelen, dan krijgen onze klanten daar uiteindelijk ook last van. Komende jaren investeren we verder in onze partners en verhogen we de efficiency om hen tijd en kosten te besparen.”
Klanten willen weten waar en hoe hun product gemaakt wordt.
Dit jaar is de nieuwe fabriek opgeleverd. Merken jullie al het effect?
“Het aantal orders is dit jaar sterk gestegen en we hebben de nieuwe productiefaciliteit daar direct voor ingezet. In het verleden moesten we de productie over twee locaties verspreiden, dat was voor ons een logistieke draak. Onze klanten profiteren nu al van de snellere leveringen. Daarnaast introduceren we komend jaar nieuwe producten en die productielijnen staan al klaar. In 2021 gaan onze klanten en partners hier dus op alle fronten nog meer van merken.”
Geen feestelijke opening dit jaar. Kunnen jullie klanten hem straks alsnog bezoeken?
“Hoe eerder, hoe beter. Je ziet dat klanten steeds vaker willen weten waar en hoe hun product gemaakt wordt. En dat kan bij ons, want alles is ‘Made in Germany’. We hoeven dus niet naar China op en neer. Bovendien is het een mooie en groene fabriek waar we trots op zijn. We hebben een reeks van milieuvriendelijke maatregelen en onze leveranciers zitten op rijafstand rondom ons, dus geen vliegtuigen voor toelevering van onderdelen. We betekenen daarmee bovendien echt iets voor onze directe omgeving. Er hangen in onze hele keten nogal wat gezinnen aan vast en we kennen de mensen. Dat maakt het voor ons extra bijzonder om ook tijdens deze pandemie op volle toeren te draaien. Zodra het weer kan openen we de deuren. Ik kijk er enorm naar uit.”
De nieuwe SimonsVoss fabriek in Osterfeld, Duitsland